Vorig jaar werd bekend dat de hardnekkige woekerplant Japanse duizendknoop ook in Zeeuws-Vlaanderen was opgedoken. Een lastig probleem, want de plant is moeilijk te bestrijden. Een van de beste manieren om van de plant af te komen is uitputten, maar daar heb je een lange adem voor nodig.
Dat verklaart Wim van Soelen van de afdeling Groen, gemeente Terneuzen aan GO. Van Soelen is wijkuitvoerder van wijk Oost (de kernen rond Axel). Vorige week ging hij naar een landelijke voorlichtingsdag van Probos over de bestrijding van de duizendknoop.
Methodes
Tijdens die dag werden verschillende methodes besproken om van de plant af te komen: varkens inzetten, de grond verwarmen, electriciteit; methodes die niet overal toepasbaar zijn en ook veel geld kunnen kosten.
‘We kregen uitleg over het bestrijden, verwijderen en inperken van de plant, die overigens heel mooi is om te zien,’ aldus van Soelen, ‘wij gaan in de gemeente Terneuzen per plaats bekijken wat de beste methode is om de plant aan te pakken: maaien, afgraven, afdekken of misschien met rust laten.’
Met rust laten
Ja, je leest het goed: Wat je het beste kunt doen, is de plant met rust laten als hij niet in de weg staat. Van Soelen: ‘Geef je ze rust, dan breiden ze maar langzaam uit, met enkele centimeters tot decimeters in een jaar. Besluit je om de plant aan te pakken, dan moet je doorgaan tot hij volledig is uitgeroeid of uitgeput, want zodra je in de grond gaat woelen, breidt hij razendsnel uit.’
Plan van aanpak
De gemeente Terneuzen zal er dus in sommige gevallen voor kiezen om de plant gewoon met rust te laten, ook omdat tijdens de informatiedag werd verteld dat de plant het moeilijker heeft in kleigrond. In zandgrond breidt hij sneller uit.
‘Op sommige plaatsen kunnen we de plant het beste accepteren,’ aldus Van Soelen, ‘voor andere gebieden maken we samen met een groenbedrijf een plan van aanpak.’
In je eigen tuin
Wat kan helpen is de plant 50 centimeter diep uitgraven, gras op die plaats zaaien en iedere week het gras maaien. Daarmee wordt de plant uitgeput en is de ‘haard’ na een maaiseizoen weg. Ook kun je de plant drie jaar lang afdekken om de plant uit te putten, of je maait de plant telkens weer kort. Het maaisel moet je dan laten liggen, zodat de plant weinig licht en zuurstof krijgt en uiteindelijk uitgeput raakt. ‘Het duurt een paar jaar misschien, maar ook dan redt de plant het niet.’
Wat je niet moet doen, is het maaisel afvoeren, verplaatsen of de afgegraven grond vermengen met andere grond. Dan duikt de plant ineens overal op, want ieder stekje wordt een nieuwe haard. Breng de grond en het maaisel naar een speciaal voor de duizendknoop bestemde composthoop.
Duizendknoop
Sinds 1890 is de exotische plant overgekomen uit Azië en terechtgekomen in Europa. ‘Een arts nam hem mee naar Europa om uit te zoeken of de plant een geneeskrachtige werking had,' vertelt Van Soelen, 'eenmaal hier, bleek dat de duizendknoop geen natuurlijke vijand had op ons continent.’
De Japanse duizendknoop groeit van april tot november. Gedurende de groeiperiode ziet de plant er steeds iets anders uit: In april komt hij uit de grond met kleine rode knoppen en groeit enkele centimeters per dag. De holle, rode stengel krijgt al snel veel kleine rode bladeren van 10 tot 15 cm groot. Het blad wordt zo groot als een hand en krijgt uiteindelijk een frisgroene kleur. Van augustus tot en met november krijgt de plant witte bloeiaren met veel kleine bloemetjes. Uiteindelijk kan hij zo’n 2 meter hoog worden.
Waar hij vrij spel heeft, kan hij veel schade toebrengen aan wegen, gebouwen en plantsoenen.
Beluister het volledige interview aanstaande vrijdag op Hé Goedemorgen via GO-FM.