De huisartsenpraktijken van Oostburg, Sluis, Aardenburg en IJzendijke gaan intensiever samenwerken. De praktijken gaan samen 'Medisch Centrum de Golfbreker' heten. Alle locaties blijven open en er komt een centrale praktijk in Oostburg.
De zes huisartsen die betrokken zijn bij deze samenwerking kwamen al eerder bij elkaar om een oplossing te zoeken voor het dreigende huisartsentekort. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de naderende pensioenleeftijd van meerdere huisartsen in de regio. Daar is op dit moment onvoldoende opvolging voor te vinden. Door samenwerking en modernisering hopen de huisartsen een aantrekkelijker vestigingsklimaat te creëren voor jonge huisartsen.
Administratieve last
Deze aanpak is gericht op een verandering in het huisartsenlandschap. Jonge, aankomende huisartsen willen namelijk in veel gevallen geen hele praktijk overnemen. De druk van patiëntenzorg in combinatie met administratieve last en het geven van leiding aan een zorgteam willen ze niet langer alleen op zich nemen. Bovendien zijn veel afgestudeerde huisartsen vrouwen, die graag parttime willen werken.
"Patiënten gaan er hopelijk weinig van merken." - Bert Schulte
Stuwende kracht
Bert Schulte is een van de stuwende krachten achter het samenwerkingsverband. Hij is 40 jaar huisarts geweest in de regio en heeft zich de afgelopen twee jaar bezig gehouden met de toekomst van de huisartsenzorg. Dat heeft nu geleid tot een uitgewerkt plan waar hij trots op is: “Patiënten gaan er hopelijk weinig van merken”, laat hij weten. “Misschien komt er een tijdelijke waarnemer in de vakantie, of een wisseling na een pensioen, maar verder verandert er weinig."
Dokters ontzorgen
Het nieuwe Medisch Centrum de Golfbreker wordt volgens de plannen verantwoordelijk voor de zorg voor alle ingeschreven patiënten. Dat betekent dat de huisartsen elkaar gaan opvangen bij afwezigheid en gebruik maken van elkaars deskundigheid. De nieuwe organisatie zal geleid worden door een manager, zodat de dokters 'ontzorgd' worden en kunnen doen waarvoor ze opgeleid zijn: zorg leveren.
Door: Johnny Willeboordse