De gemeente Hulst wil niet gaan boren in de dijk bij Perkpolder om de vervuilde grond in de dijk te laten onderzoeken. Een aantal boeren in de omgeving en de stichting Schone Polder, bestaande uit bezorgde omwonenden, hadden om zo'n onderzoek gevraagd. Zij zijn van mening dat de vervuiling uiteindelijk een onbeheersbaar probleem voor de omgeving gaat opleveren.
De verontreiniging werd ontdekt in 2015, toen de dijk er al lag. Een medewerker van Rijkswaterstaat vertrouwde de stoffige, zwarte grond die gebruikt was niet en liet uit een naastliggende sloot een aantal monsters analyseren. Daaruit bleek dat er gevaarlijke stoffen uit de dijk gelekt waren, die niet in de grond horen te zitten, zoals calcium, arseen, benzeen en tolueen. De grond die gebruikt werd heet thermisch gereinigde grond (TGG), waarbij de vervuiling onder hoge temperaturen moet worden verbrand, maar dat was dus niet gebeurd.
Lage concentraties
Volgens de gemeente Hulst zijn de tot nu toe gemeten waarden in de sloot zo laag dat te verwachten is dat de vervuiling van de grond in de dijk niet voor een onbeheersbare situatie zorgt. Stichting Schone Polder en de agrariërs zijn het met die zienswijze niet eens. Zij vinden dat dat pas met zekerheid gezegd kan worden als er meer metingen worden gedaan.
Naar de rechter
Om een betrouwbaar beeld te krijgen zouden volgens Hulst minstens 1.000 zogenoemde avegaarboringen gedaan moeten worden. En dat boren ziet de gemeente niet zitten omdat het een omvangrijke en dure operatie is, waar naar alle waarschijnlijkheid geen zorgwekkende resultaten uit naar voren komen. Schone Polder en de agrariërs laten weten nu naar de rechter te stappen omdat toch voor elkaar te krijgen.
Dit is een artikel in samenwerking met Omroep Zeeland
Door: Johnny Willeboordse