Zwembadwethouder denkt eerder aan betaalbare kaartjes

Waarom maken we de zwembaden niet gratis voor de eigen jeugd? Hoeveel zou zoiets de gemeente kosten? PvdA-raadslid Natasja Warnier wil weten of zoiets te betalen is.

Zwemmen is hartstikke gezond en jongeren horen elkaar te treffen op het zwembad, vindt ze. Zelf koestert Warnier dierbare herinneringen aan haar jeugd die voor een flink deel plaatsvond op het zwembad. "Mijn ouders hadden een snoepwinkeltje op het zwembad", verklaart Warnier. "Vandaar dat ik er vaak was, mooie herinneringen hoor. Ook als je ouders geen geld hebben om op vakantie te gaan, dan nog heb je met een zwembad een plek waar je het leuk hebt samen."

Andere keuzes
Voor ze pleit voor gratis toegang, wil ze eerst weten hoe duur zoiets zou worden. Als het op de hele begroting maar een klein deel zou zijn, is het wellicht beter te doen. "Als het te duur wordt zou je misschien andere keuzes kunnen maken. Denk aan alleen basisschoolleeftijd, tot zestien of alleen bij een paar zwembaden. Dat zou dan wel plan B zijn."

"We kiezen er liever voor het tarief laag te houden" - Wethouder Laszlo van de Voorde

Wethouder Laszlo van de Voorde, ofschoon partijgenoot van Warnier, houdt eerst wat slagen om de arm. "Eerst moet ik weten wat zoiets ons gaat kosten. De resultaten van het afgelopen jaar zijn nog niet berekend. Wat het is met dit soort maatregelen, als je er eenmaal aan begint, kun je het weer heel slecht terugdraaien. We kiezen er liever voor het tarief laag te houden."

Nalatenschap
De gemeente Terneuzen heeft vijf zwembaden; een rijke maar kostbare nalatenschap van eerdere gemeenten. Die toch al prijzige voorziening gratis maken, ligt voor Van de Voorde niet direct voor de hand. "De exploitatie van de zwembaden staat toch al onder druk. Per zwembad moet er toch al ieder jaar heel wat geld bij. Een kaartje is niet duur maar alles opgeteld, het geld voor de kaartjes en de abonnementen, is het toch een aardig bedrag dat we dan zouden missen."

Binnen twee weken zal het college van burgemeester en wethouders een antwoord geven op Warniers vraag.

Door: Guido van der Heijden